Ten aanzien van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft de Hoge Raad al in zijn arrest van 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141 bepaald dat indien partijen geen contractuele opzeggingsregeling zijn overeengekomen, deze in beginsel wél kan worden opgezegd (op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid). Daarbij geldt wel dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat:

i) een zwaarwegende grond nodig is voor opzegging,

ii) er een bepaalde opzegtermijn gehanteerd moet worden, of

iii) dat de opzegging vergezeld moet gaan met (een aanbod tot) de betaling van een schadevergoeding. Wat geldt als ‘redelijk’, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval.

Deze richtlijnen van de HR zijn nog steeds uitgangspunt bij de opzegging van duurovereenkomsten.

Bel
Route