Vraagt u zich af of een andere onderneming inbreuk maakt op uw handelsnaam? Hierna worden de criteria nog eens opgesomd.
Op grond van artikel 5 van de Handelsnaamwet kan het voeren van een jongere handelsnaam, die identiek is aan de oudere handelsnaam of slechts in geringe mate daarvan afwijkt, verboden worden indien door dat voeren van die handelsnaam bij het relevante publiek verwarring tussen de ondernemingen te duchten is. Daarbij kan het gaan om directe verwarring (het publiek houdt de ene onderneming voor de andere), of indirecte verwarring (het publiek neemt aan dat de beide ondernemingen economisch met elkaar zijn verbonden). Of verwarring te duchten valt, moet volgens vaste jurisprudentie worden beoordeeld met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. Bij één en ander komt het aan op een globale beoordeling van de volledige handelsnamen wat betreft hun visuele, auditieve en begripsmatige kenmerken, in relatie tot de aard van de ondernemingen en alle overige omstandigheden van het geval. Tot de visuele kenmerken behoren ook gebruikte logo’s en eventuele andere visuele vormgeving. Verder dient de vraag of verwarring te duchten valt, te worden beoordeeld vanuit het perspectief van het normaal oplettende publiek en zijn eventuele (specialistische) kennis van het desbetreffende marktsegment. Vragen? Neem contact op met mr. Annelies ten Hove