Het geschil ging over schending van bedrijfsgeheimen ten aanzien van de mengverhouding voor chloordioxide product.  De uitspraak is van belang aangezien de bestuurdersaansprakelijkheid en het stakingsbevel ook werden opgelegd aan de bestuurder en deze bestuurder werd naast de vennootschap ook aansprakelijk geacht voor de schade.

Het geschil over de gestelde schending van bedrijfsgeheimen gaat over informatie die ATSSE heeft verstrekt aan eOx Productie ter uitvoering van een in 2008 gesloten overkomst, die eOx Productie het recht gaf een chloordioxide (ClO2) product, genaamd DIOXID S. 0.45% te produceren en commercialiseren. Deze overeenkomst is later uitgebreid met DIOXID SP 0.75% en bevatte een geheimhoudingsbepaling op straffe van een boete. De verwijten van ATSSE zijn toegespitst op het gebruik van de door haar verstrekte gegevens met betrekking tot DIOXID SP 0.75% in relatie tot (het door eOx International op de markt gebrachte) eOxide LQ (0,75%). Dat zijn allebei chloordioxide producten voor de desinfectie van drinkwater.

ATSSE houdt meerdere gedaagden verantwoordelijk voor de vastgestelde schending van haar bedrijfsgeheim door eOx International. ATSSE grondt de tegen deze gedaagden ingestelde vorderingen onder meer op vereenzelviging en stelt dat sprake is van opzettelijk gecreëerde verwarring. Zij stelt daartoe, voor zover relevant, dat eOx Product en eOx International allebei gebruik maken van de naam eOx Enviromental Technologies, die voor geen van beide als handelsnaam is ingeschreven en dat zij op hetzelfde adres zijn ingeschreven en hetzelfde telefoonnummer hadden.

De Rechtbank Den Haag stelt in het vonnis van 4 augustus 2021: “Door degene die (volledige of overheersende) zeggenschap heeft over twee rechtspersonen, kan misbruik worden gemaakt van het identiteitsverschil tussen deze rechtspersonen. Wat met zodanig misbruik werd beoogd, behoeft in rechte niet te worden gehonoreerd. Het maken van zodanig misbruik zal in de regel moeten worden aangemerkt als een onrechtmatige daad, die verplicht tot het vergoeden van de schade die door het misbruik aan derden wordt toegebracht. Deze verplichting tot schadevergoeding zal dan niet alleen rusten op de persoon die met gebruikmaking van zijn zeggenschap de betrokken rechtspersonen tot medewerking aan dat onrechtmatig handelen heeft gebracht, doch ook op deze rechtspersonen zelf, omdat het ongeoorloofde oogmerk van degene die hen beheerst rechtens dient te worden aangemerkt als een oogmerk ook van henzelf”.

Gedaagden hebben dus zelf onduidelijkheid gecreëerd over hun identiteit waarvoor zij worden afgestraft.

Bel
Route