Op het leerstuk Agentuur is een Europese richtlijn van toepassing. De nationale bepalingen over de rechtspositie van agenten in de EU lidstaten moeten zijn aangepast aan de Europese richtlijn 86/653/EEG betreffende zelfstandige handelsagenten. Zowel België als Nederland hebben deze richtlijn in hun nationale wetten verwerkt. Deze richtlijn harmoniseert de betrekkingen tussen handelsagenten en hun principalen op de volgende onderdelen:

  • rechten en verplichtingen van de agent, o.a. het verbod om lange post-contractuele non-concurrentie verplichtingen op te nemen;
  • beloning van de agent;
  • sluiting en beëindiging van de agentuurovereenkomst (bijv. terzake de opzegtermijnen en het recht op klantenvergoeding aan het einde van de overeenkomst).

Er is sprake van een minimum bescherming voor agenten, waaraan niet getornd kan worden. Er is dus sprake van dwingend recht voorzover betreffende deze minimale beschermende bepalingen. Het stond de diverse EU landen wel vrij om verdergaande beschermende bepalingen voor de agent in hun nationale wetten op te nemen.

De Belgische Handelsagentuur wet roept een bijzondere bescherming in het leven ten gunste van elke handelsagent met hoofdvestiging in België. Artikel 27 van de Belgische wet Handelsagentuur bepaalt dat overeenkomsten met een agent met hoofdvestiging in België onderworpen zijn aan de Belgische wet en de bevoegdheid van de Belgische rechter. Dit betekent echter niet dat in overeenkomsten met Belgische agenten alleen maar kan worden gekozen voor Belgisch recht!

Krachtens art. 5 Haags Vertegenwoordigingsverdrag en de Rome I Verordening, waarbij België is aangesloten, is immers een rechtskeuze in internationale agentuur overeenkomsten toegestaan. Hoe verhoudt zich dat nu met het hiervoor omschreven Belgische dwingende recht? In het arrest Ingmar-Eaton van het Europese Hof van Justitie van 9 november 2000 is overwogen dat een rechtskeuze niet strijdig mag zijn met de minimale bescherming zoals voorzien in de Richtlijn. Nu Nederland een EU land is dat de minimale beschermende regels voor agenten keurig in zijn wetgeving heeft opgenomen, is dit een geldige rechtskeuze. Dat heeft het Belgische Hof van Cassatie onlangs nog d.d. 3 november 2011 bevestigd. Het Hof van Cassatie stelt dat inzake agentuurovereenkomst de toepassing van een specifiek forum beding alleen kan geweigerd worden indien deze forumkeuze niet in een “gelijkwaardige bescherming voorziet als de wet handelsagentuur”.

Belgische juristen hebben dit arrest zo geïnterpreteerd dat een rechtskeuze of forum beding moet worden gerespecteerd indien het Belgisch recht of het recht van een andere Europese lidstaat van toepassing is. Ook al bestaan er kleine verschillen in de bescherming die geboden wordt door de verschillende nationale wetgevingen rond handelsagentuur, de bescherming moet in alle EU lidstaten als “gelijkwaardig” gezien worden. Indien partijen echter gekozen zouden hebben voor het recht van een niet-EU land, zou de in België gevestigde agent wel aanspraak kunnen maken op de bescherming van de Belgische wetgeving. Het is dus zinvol om in overeenkomsten met in België gevestigde agenten te kiezen voor het recht van een EU land, zij het weer geen Belgisch recht omdat dit nogal dwingend is op diverse onderdelen op het gebied van agentuur.

Vragen?  Neem contact op met Annelies ten Hove: ath@tenhoveadvocatuur.com

Bel
Route